Tetanus

 Geplaatst op 15 november 2022 

>> DE ZIEKTE


Tetanus (‘klem’) is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie, de ‘Clostridium tetani’. Deze komt hoofdzakelijk voor in uitwerpselen van mens en dier, evenals in bewerkte grond. Men vindt ze echter ook op de huid en in de mond.


De aanwezigheid van de bacterie op zich vormt geen probleem. Zonder rechtstreeks contact met een wonde is er geen risico op besmetting. Zelfs oppervlakkige of goed bloedende wonden vormen geen risico, omdat er dan nog steeds contact is met zuurstof. Anderzijds kunnen zelfs kleine wondjes (bijvoorbeeld splinters) een ingangspoort vormen. 


Aantasting van zenuwen en spieren gebeurt pas wanneer deze bacterie volledig van zuurstof afgesloten raakt, bijvoorbeeld wanneer ze ingesloten zit in de afgestorven weefselresten van een vervuilde wonde. Dan produceert ze een gif dat kan leiden tot veralgemeende spierkrampen en slikproblemen. 


Zonder deskundige behandeling verloopt de aandoening in 10,5 % dodelijk. Bij goede behandeling echter blijkt zelfs in ontwikkelingslanden tot 93 % van lichte en middelzware infecties goed te evolueren. 


Het doormaken van de ziekte geeft geen immuniteit. Opvallend is dat tetanus meer voorkomt vanaf 40 jaar, en dat vooral mensen van de derde leeftijd het grootste risico lopen. De laatste tientallen jaren is de frequentie steeds meer teruggelopen. In de hele VS zijn er nog amper 29 gevallen per jaar.

De symptomen van tetanus bestaan vooreerst uit een rode ontsteking van de wonde. Van daaruit kan een rode streep vanuit de wonde naar boven toe trekken, wat een ontsteking bewijst van de lymfevaten. Het toxine kan een gekwetste zenuw rechtstreeks besmetten vanuit de wonde. In dat geval krijgt men spierkrampen. Dit kan zowel aan de ledematen optreden als de ademhalings- of aangezichtsspieren treffen.

>> EFFICIËNTIE


Omdat de infectie met tetanus ernstige risico’s meebrengt, is het vanzelfsprekend dat men een werkzaam vaccin gezocht heeft. Sedert 1939 is dit ook voorhanden.


Over het algemeen wordt het vaccin toegediend tijdens het eerste levensjaar, namelijk op 2, 3, 4 en 12 maanden, in één spuit samen met difterie, kinkhoest, Hib, Hepatitis B en polio. 


Het vaccin is in België niet meer apart verkrijgbaar, wel in Duitsland. Op zes jaar wordt dan een herhaling gegeven. In België is bij bepaalde beroepscategorieën vaccinatie wettelijk verplicht (landbouwers, slagers, ...).


Vroeger meende men daarna om de vijf jaar een herhalingsinenting te moeten geven; nu is dit teruggebracht tot tien jaar. Uit de literatuur blijkt dat herhaling om de 15 jaar of zelfs later ook nog ruim voldoende is.


Tegenwoordig weten wetenschappers dat een vroegtijdige herhaling de werkzaamheid van het vaccin eerder remt dan ten goede komt. Bovendien geeft een te snelle herhaling aanleiding tot hevige reacties op de plaats van inspuiting. De beste bescherming bestaat uit het inslikken van de kiem via besmet stof of aarde (tuin)!


Na verwonding kunnen antistoffen toegediend worden; het vaccin moet wachten wegens gevaar voor incubatie-vaccinatie. Op zichzelf is de efficiëntie van het vaccin qua antistofvorming overigens goed. Vraag is echter of deze antistoffen de infectiehaard bereiken.

>> VEILIGHEID


De regel dat geen enkel vaccin 100 % veilig is, gaat ook hier op. In een aantal gevallen zijn verlammingen vastgesteld na inenting.


Lokale reacties kunnen hevig zijn: roodheid, zwelling, hardheid en pijn op de plaats van inenting. Deze lokale reacties treden op in 2,6% van de vaccinaties. In 0,5% zijn ze bovendien hevig en kunnen zeer uitgebreid zijn, ja zelfs de hele arm beslaan.


In bepaalde gevallen noodzaken deze reacties tot tijdelijke werkonbekwaamheid. Meestal treden ze snel op, dat wil zeggen 12 tot 24 uur na de inenting, en bijna steeds binnen de 48 uur.


In zeldzame gevallen echter kunnen ze optreden tot 7 dagen na de inenting. Het hoogtepunt ervan duurt meestal slechts 12 à 24 uur. Ook hier echter zijn er uitzonderingen die hun hoogtepunt slechts bereiken na 7 tot 14 dagen. Het verdwijnen ervan gebeurt gewoonlijk in 2 à 3 dagen.


Koorts, algemeen onwel zijn, pijnlijke ledematen (griepgevoel) en hoofdpijn komen voor als algemene overgevoeligheidsreacties in 0,3%. Deze reacties treden op binnen zes uur na inenting. 


Tekenen van hersenvliesprikkeling werden vastgesteld, anafylactische reacties (shock) eveneens.


Astmalijders kunnen een verergering van hun kwaal doormaken na vaccinatie. Ook een heropflakkering ter hoogte van een vroegere injectieplaats is mogelijk. We beschikken over een gedocumenteerde casus van ‘idiopatische trombocytopenische purpura’. In mensentaal betekent dit: het voorkomen van talloze onderhuidse bloedinkjes door een tekort aan bloedplaatjes. 


Uit de literatuur zijn ettelijke gevallen bekend van dodelijke afloop na vaccinatie tegen tetanus. Meestal werden ze ingeënt na een goedaardige, oppervlakkige wonde.


De meeste reacties treden op na de tweede (2,7%), en vooral na de derde (7,4%) inenting. Maar ook op de eerste spuit is reeds reactie mogelijk (0,9 %). De hevigheid van de reactie neemt over het algemeen toe bij volgende spuiten. Iemand die reeds gereageerd heeft moet dus een volgende injectie achterwege laten.


Ook kan het aan te raden zijn langer te wachten tussen twee vaccinaties. Opmerkelijk is verder dat vrouwen meer dan twee maal zoveel reacties vertonen als mannen, en ook dat bij vrouwen de kans op reacties stijgt met de leeftijd. Oudere vrouwen lopen dus het grootste risico op nevenreacties.


Verder is het duidelijk dat hoe groter de dosis vaccin is die ingespoten wordt, hoe groter het risico op nevenreacties.


Het is belangrijk te weten dat een hevige reactie op het vaccin geen garantie is op een goede immuniteit (bescherming). Meestal maken mensen die fel reageren ook extra snel antistoffen aan, maar 14% van de groep die hevig reageert op het vaccin heeft nadien niet genoeg antistoffen. Mogelijk stijgen de antistoffen later wel geleidelijk.

>> TEGENINDICATIES


Bij gekende overgevoeligheid voor het vaccin mag dit uiteraard niet herhaald worden. Koorts is een reden om inenting uit te stellen.

Wil je meer weten over tetanus? Bekijk dan zeker deze presentatie:

Lees ook de uitgebreide versie met een meer wetenschappelijke achtergrond: klik hier.

BESLUIT


Tetanus is een ernstige, soms levensbedreigende infectie. Voor de vorming van gifstoffen moet de bacterie afgesloten raken van zuurstof. 

De allereerste maatregel die zich opdringt, is dus een goede wondontsmetting, zelfs van kleine wondjes, bij voorkeur met verdund zuurstofwater. Ook de wonde wat laten bloeden helpt mogelijke kiemen verwijderen. Door deze maatregelen wordt het risico op tetanus reeds zeer aanzienlijk verminderd. Een goede immuniteit is bij velen reeds aanwezig door contact met besmet stof of aarde (tuin!). Natuurlijke immuniteit én goede wondverzorging samen maken het nut van tetanusvaccinatie twijfelachtig.


Indien men toch wil vaccineren, bijvoorbeeld bij kinderen die in een risico-omgeving opgroeien (platteland, atelier...), gebeurt dit best pas vanaf de leeftijd van twee à drie jaar, om twee redenen:

  1. Voor deze leeftijd is het risico op tetanus quasi onbestaande, en intussen geeft men het immuunsysteem van de baby de kans ongestoord verder te rijpen;
  2. Wanneer het kind kan praten is het ook in staat onmiddellijk alarm te slaan mocht er toch iets mislopen met het vaccin, en zijn klachten (bv. hevige hoofdpijn) te formuleren. Dit draagt sterk bij tot een juiste diagnose en een correct ingrijpen door de dokter.


Ook volwassenen die nog geen goede basisvaccinatie gehad hebben kunnen dat nog laten doen. Het schema dat te verkiezen is, bestaat uit drie injecties: de tweede zes weken na de eerste, en de derde een jaar na de tweede.

Overgevoelige patiënten kunnen zich eerst laten testen via een huidproef. Blijken ze overgevoelig te zijn voor het vaccin, dan dient van vaccinatie afgezien te worden.


Vaccinatie bij verwonding is steeds af te raden.  Meestal is men nog beschermd door een voorafgaande inenting. Wanneer de wonde besmet is met de tetanuskiem kan gelijktijdige vaccinatie voor zware problemen zorgen (incubatie-vaccinatie). Wel nuttig is een injectie met tetanusantistoffen. Deze werken onmiddellijk, vaccinatie niet.


Bekijk gegevens
- +
Uitverkocht